DAYAK under pressure
Taipei

We hebben stoelen aan het gangpad gekregen, tussen een groep Duitse toeristen. Het is een lange zit naar Taiwan, in een veel te krappe ruimte. Van slapen is niet veel gekomen, want erg comfortabel is een vliegtuigstoel in de economy-class niet. De eerste dag van onze reis is ongemerkt overgegaan in de tweede, want het tijdsgevoel laat je uiteindelijk onherroepelijk in de steek wanneer je verschillende tijdszones passeert en de tijd uitsluitend bepaald wordt door je horlogewijzers. Ons hotel in Taipei heeft op de benedenverdieping een koffiebar, waar ze ook koffiebroodjes en gebak verkopen. Hoewel de broodjes westers ogen is dat geen garantie dat ze ook westers smaken, zoals ik al snel merk wanneer ik in mijn 'zoete' broodje bijt en ontdek dat het een hartige vulling heeft. Om een beetje bij te komen van de reis bestel ik ook nog koffie. Het meisje achter de toonbank kijkt me nu echter niet-begrijpend aan. Ik herhaal: coffee..... ! koffie.....? café.....? Maar niets brengt inzicht. Ik reken uiteindelijk alleen het broodje af en betwijfel of de koffie komt. Niet, dus. Een tijdje later probeer ik het nog eens, nu bij een andere dame, want dit ìs een koffiebar en ik zie op de tafeltjes van de andere gasten koffie staan. Het zou dus moeten lukken, maar dat doet het niet. In arren moede brengt deze tweede dame mij echter de menukaart met engelse aanduidingen en daar staat inderdaad koffie op. Vele soorten koffie zelfs, met hele mooie namen. Ik hoef slechts aan te wijzen, maar welke te nemen? Uiteindelijk kies ik blijkbaar iets heel bijzonders, want het is duur en zit in een heel klein kopje. Maar het smaakt naar goede koffie! Heerlijk, daar knap je van op na zo'n reis.


tempelinterieur

Het hotel ligt in een buitenwijk van Taipei, aan een drukke straat met veel winkeltjes en eethuisjes. In een van de woonhuizen is een tempeltje ingericht.......de geur van brandende wierook komt je al van verre tegemoet.
Van hier naar het Chiang Kai-shek Mausoleum blijkt een taxirit van meer dan een half uur rijden door brede straten met een enorme hoeveelheid verkeer. De taxichauffeur zet ons aan de achterkant van het mausoleum af zodat we om het gebouw heen moeten lopen om binnen te kunnen komen. En wanneer je dan aan de voorkant van het kolossale marmeren gebouw staat zie je het al even zo kolossale beeld van Chiang zittend in een enorme stoel, geflankeerd door twee soldaten.
Generaal Chiang Kai-shek kwam in 1949 met 600.000 soldaten en nog meer burgervolgelingen van het vaste land van China naar Taiwan, op de vlucht voor het communistische leger. Hij had met zijn nationalisten de strijd verloren van de communisten onder aanvoering van Mao Ze Dong en de communistische partij had vervolgens de Volksrepubliek China in het leven geroepen. Hoewel de Kuomintang van Chiang Kai-shek jarenlang de macht op het vaste land in handen had gehad, bleef hen uiteindelijk alleen Taiwan over en een paar kleine eilandjes voor de Chinese kust. Taiwan werd Nationalistisch China.

Chiang Kai-shek is er steeds vanuit gegaan dat het verblijf van de Kuomintang op Taiwan tijdelijk zou zijn en alleen bedoeld om een nieuwe invasie van het vaste land voor te bereiden. Tot het zover was, stond hij ook hier geen oppositie toe. Dat maakte de Kuomintang niet bijzonder geliefd bij de Taiwanezen. Desalniettemin waren hun landhervormingsmaatregelen en de snelle industrialisatie zeer gunstig voor de economie en werd Taiwan in de jaren zestig van de twintigste eeuw een van de welvarendste gebieden van Azië.
Herovering van de Volksrepubliek China kwam steeds verder weg te liggen. In 1971 verloor de Kuomintang zijn zetel in de Verenigde Naties en in 1979 erkenden de Verenigde Staten, die hen steeds gesteund hadden, officieel het communistische regime op het vaste land van China. Chiang Kai-shek overleed in 1975 op 87-jarige leeftijd en zijn zoon Chiang Ching-kuo volgde hem op als president van de Republiek China, zoals Taiwan officieel genoemd wordt. Nog steeds gold een verbod op oppositiepartijen. Pas in 1986, met de oprichting van de Democratische Progressieve Partij, kwam hier verandering in. Na lang debatteren besloot de Kuomintang uiteindelijk om de nieuwe partij niets in de weg te leggen. Bij de daaropvolgende verkiezingen kwamen er dus voor het eerst oppositiekandidaten in het parlement en werd de weg vrij gemaakt voor verdere democratisering.

Lee Tenghui werd in 1987 de eerste president die in Taiwan was geboren. Het duurde echter nog tot 1991 voor de oude garde zich gedwongen zag zich geheel terug te trekken en Lee voor het eerst vrije verkiezingen kon houden. Daarna volgden snel allerlei democratische hervormingsmaatregelen. Het idee dat Taiwan binnenkort het vaste land van China zou heroveren, verloor terrein en werd opgegeven. In de Volksrepubliek China heeft men daarover echter zijn eigen ideeën. Daar erkent men maar één China, waarvan Taiwan deel uitmaakt. Het blijft nog steeds diplomatiek manoeuvreren tussen beide landen en dat lukt niet altijd even goed.
In 1996 liepen de spanningen op. China probeerde de Taiwanezen te imponeren door een aantal 'tests' uit te voeren met raketten op slechts 25 km afstand van de Taiwanese kust. Dat leidde echter alleen tot anti-Chinese sentimenten en tot herverkiezing van Lee. En ook meer recente Chinese bemoeienissen hebben hetzelfde effect.
In zijn tweede ambtsperiode is Lee geconfronteerd met grote problemen die veroorzaakt werden door de georganiseerde misdaad. Een aantal moorden en ontvoeringen van bekende personen was aanleiding tot een demonstratie in Tapei waar meer dan 70.000 mensen aan deelnemen. En de dreiging van een crisis in de verhouding met de Volksrepubliek China blijft bestaan.

Gezicht op Taipei vanaf het mausoleum voor Chiang Kai-shek

Hoewel Taiwan voor 1949 lange tijd deel uitmaakte van het Chinese rijk, is dat toch niet altijd het geval geweest. De oorspronkelijke bevolking is zelfs niet verwant aan de Chinezen, maar is afkomstig van de eilanden in de Stille Oceaan. Ongeveer 2000 jaar geleden kwamen verschillende groepen onafhankelijk van elkaar naar Taiwan. Ze vestigden zich voornamelijk in de bergen. Op dit moment zijn er nog ongeveer 320.000 oorspronkelijke bewoners, die behoren tot negen verschillende stammen. De meesten wonen ook nu nog in de bergdorpen van Centraal Taiwan, of in het oosten van het eiland. De eerste Chinezen kwamen rond 1600. Het waren voornamelijk mensen van het Hakka-volk. Zij waren verdreven uit hun oorspronkelijke woongebieden in het noorden van China en vestigden zich in de zuidoostelijke provincie Fujian In kleine aantallen staken ze ook de oceaan over naar Taiwan. De eerste Europeanen kwamen echter al een eeuw eerder. Dit was namelijk de tijd van de grote ontdekkingsreizen. Bij de Europeanen was het eiland bekend als Formosa, een naam die door de Portugezen aan het eiland gegeven is in 1517, toen zij hier als eerste westerlingen voet aan wal zetten. Ihla Formosa betekent zoveel als "prachtig eiland".
De Portugezen hebben echter niet lang van hun mooie eiland kunnen genieten, want in hun voetspoor kwamen de Spanjaarden en de Nederlanders. De Nederlandse koloniale overheersing van Ihla Formosa duurde van 1624 tot 1662. Het zwaartepunt van hun invloedsfeer bevond zich in het zuidwesten, rond het huidige Tainan. De Spanjaarden hebben nog een tijdlang stand gehouden in het noorden bij Keelung en Tanshui, maar hebben zich uiteindelijk teruggetrokken naar de zuidelijker eilanden van de Filippijnen. De Nederlanders zijn uiteindelijk in 1662 verslagen door een Chinees die de geschiedenis is ingegaan als Coxinga, een Nederlandse verbastering van zijn Chinese naam Cheng Chengkung. Coxinga, een aanhanger van de Mingdynastie, werd later op zijn beurt verslagen door de tegenstanders van de Ming, de Manchu-dynastie die inmiddels in Beijing zetelde en vanaf 1684 gaat Taiwan deel uitmaken van de Chinese provincie Fujian.
Dat bleef zo in de volgende 200 jaar, tot China verwikkelt raakte in een oorlog met Japan over Korea, een oorlog die China uiteindelijk verloor. Een van de gevolgen was dat Taiwan aan Japan moest worden afgestaan. Erg blij was men in Taiwan niet met de inlijving bij Japan. Een opstand resulteerde in de oprichting van de Taiwanese Republiek in 1895, die echter maar heel kort heeft bestaan omdat Japan hardhandig zijn rechten opeiste. Van 1895 tot 1945 maakte het eiland vervolgens deel uit van de Japanse geschiedenis en het waren Japanse historici die voor het eerst uitgebreid onderzoek deden naar het verleden van Taiwan.
Na de komst van Chiang Kai-shek naar Taiwan werd historisch onderzoek weliswaar voortgezet, maar lag de nadruk vooral op de relatie van Taiwan met China, omdat dat politiek correct was. En ook de persoon van Coxinga kreeg zeer veel aandacht als zijnde de grote bevrijder van de westerse overheersing. Coxinga was bovendien degene door wiens toedoen Taiwan voor het eerst officieel een deel van China werd. Voor Chiang en zijn mensen was hij dan ook een zeer geschikte held om de nationalistische gevoelens van de bevolking te aan te wakkeren.

In de koffiebar van de hotel ligt de China Post, een engelstalige krant waarin vaak geadverteerd wordt door Taiwanese reisbureaus. De komende tijd willen we op zoek gaan naar overblijfselen van de Nederlandse koloniale periode op Taiwan en naar sporen van de aboriginal bevolking. We kunnen wel wat advies gebruiken, maar we vinden niets van onze gading. Om de krant te kunnen inzien moeten we overigens wel een kop koffie bestellen. Maar dat is niet erg, want we weten inmiddels welke soort we moeten nemen!
We besluiten onze zoektocht te beginnen in Tainan, want dat was de plaats waar de Nederlanders in 1624 aan land kwamen en waar ze hun eerste fort bouwden. Van dat fort moeten nog overblijfselen te zien zijn, dus zullen we afreizen naar het zuiden. Van 1663 tot 1885 was Tainan bovendien de hoofdstad van Taiwan en nu het is de stad waar de traditionele cultuur het best bewaard is gebleven. We nemen een taxi naar het Taipei Railway Station, waar we een treinkaartje kopen.
Inmiddels is het al wat later op de middag geworden en we willen nog naar Lin Antai, het oude woonhuis van de familie Lin uit de achttiende eeuw. Het is een van de weinige originele oude huizen die niet gesloopt zijn om plaats te maken voor moderne nieuwbouw in Taipei, hoewel het in 1978 steen voor steen verplaatst is naar een minder centrale plek in de stad, in verband met de aanleg van een weg.

Lin Antai

Het is een mooie grote woning met een schitterende binnenplaats met donkere houten palen. De vele kamers die op de binnenplaats uitkomen zijn klein en er is weinig licht. Oorspronkelijk stond het huis in een wijk van Taipei die voornamelijk bewoond werd door immigranten uit An-chi in Zuid-Fujian, de provincie op het vasteland van China tegenover Taiwan. De immigranten noemden hun woonplaats Ta-an (Groot-Anchi). De familie Lin vestigde zich hier in 1754. Veel mensen uit Fujian waren handelaars. Zo ook de familie Lin. Hun bedrijf heette Jung-Tai en zij dreven handel met het vasteland. Toen zij hun woning bouwden, gaven ze het huis een naam die revereerde aan hun familie, hun woonplaats en hun bedrijf: Lin An Tai.
Het huis is gebouwd met materialen die grotendeels aangevoerd zijn uit Fujian en in een stijl die in Zuid-Fujian gebruikelijk was. Het heeft slechts één verdieping en alle vertrekken liggen rondom een erf. De hoofdvertrekken waren voor de ouders en de bijgebouwen voor hun zoons met hun familie (dochters verhuisden naar hun schoonfamilie bij hun huwelijk). De architectuur en de ligging van het huis zijn bepaald met behulp van Feng Shui, een eeuwenoude Chinese techniek voor het vaststellen van de juiste plaats of locatie, zodat mensen en zaken in harmonie en evenwicht met hun omgeving zijn. De familie Lin heeft ook zo'n specialist geraadpleegd toen zij hun huis hebben laten bouwen. Die heeft onder andere geadviseerd de hoofdingang op het zuidwesten te bouwen, terwijl de meeste woningen hun voordeur op het zuiden hebben. En dat de gevels van Lin An-tai waterstroompjes symboliseren, komt ook door hem. Hoewel Feng Shui alles met energiestromen te maken heeft, komt er ook gezond verstand bij kijken. Belangrijk is bijvoorbeeld een stevige rugdekking bij de woning in de vorm van een rots of een berg en het hebben van water voor de deur. Lin An-tai heeft daarom een vijver, zowel voor de verdediging, voor een voorraad verse vis als voor verkoeling in de zomer.

Het is al donker wanneer we Lin An-tai verlaten en teruggaan naar de binnenstad. Bij de Lung Shan tempel heerst de drukte en bedrijvigheid die je bij een belangrijke tempel in het centrum van een grote stad mag verwachten. Mensen komen en gaan en blijven zo te zien in de tussentijd vrij lang aanwezig. Er komen hier zowel boeddhisten als taoïsten en de vrouwen zijn duidelijk in de meerderheid. Sommigen zitten in een groepje bijeen te praten, anderen lopen naar een van de nissen waar de heiligenbeelden staan en offeren er bloemen, fruit of koekjes. Maar er zijn ook meer dan genoeg mannen. Die bijvoorbeeld de geluksstokjes schudden om de toekomst te leren kennen of die hier komen om te mediteren, zoals de man die in lotushouding in een van de portieken zit. De lucht is zwaar van de wierook.
Twee blokken verderop ligt Snake Alley, een avondmarkt die zeer in trek is bij toeristen. De markt is overdekt en de straat geplaveid. Er zijn veel restaurants en er zijn stalletjes met allerlei koopwaar. We overwegen een klein theepotje te kopen. Er worden er genoeg aangeboden, maar geen echt mooie. Er is wel een uitzondering, maar die man verkoopt ze bij opbod en dat vergt dus enige kennis van het chinees. Daar wagen we ons uiteindelijk toch maar niet aan. We kopen wel wat fruit voor morgen in de trein en gaan dan terug naar de Academia Sinica. De weerberichten op CNN voorspellen weinig goeds. Er heerst een koufront in Zuidoost-Azië met veel regen. We pakken de meeste spullen alvast in en kruipen dan in bed. We zijn moe en het is behoorlijk koud hier, want de kamermeisjes hebben ook nog eens de airco hoog gezet.
Poster Lite theme by ThemeFlood